The wolf will keep you posted :)

zo

03

feb

2013

De Rheinsteig, meerdaags trailplezier op hoog niveau

Eind december verruilde ik het kerstdiner voor een trailavontuur op de Rheinsteig. Met slaapspullen en een hoofd vol plannen zou ik het wel een paar dagen uit kunnen houden. Luchtige, filosofische en natte passages wisselden elkaar af. Hoe het precies liep, kan je in dit verslag lezen.

 

26 december, Deutsche Eck, Koblenz, Duitsland. Een koperen Koning Willem I torent protserige op zijn paard hoog boven de Rijn uit, op een reusachtig sokkel ter grootte van een gebouw. Het symbool van het Duits nationalisme ligt op de plek waar de Moezel in de Rijn stroomt. Vanuit mijn zichtpunt ligt het controversiële gedenkteken nietig klein te zijn, want ik sta hoog en aan de andere kant van de Rijn: “Rechtsrheinisch” zoals de Duitsers zeggen. Aan de oostoever. Als hardloper is mijn visie op de stad en haar monumenten sowieso ver en vaag, Koblenz is slechts het startpunt van mijn tocht. Bovendien zit ik midden in een korte, felle regenbui. Geen Weisse Weihnachten zoals ik had gehoopt, maar grau und mal Farbenfroh. Het zijn regenbogen die regelmatig de sfeer bepalen, tussen de buien door.

 

 

Het lijkt wel of ik Koblenz niet van me af geschud krijg, de televisietoren blijft zichtbaar en terwijl het rap donker wordt, licht die toren hardnekkig op, met rode puntjes. Ik ben veel later vertrokken dan ik had gepland, pas om 15.30 stapte ik met hond, rugzak en wandelstokken uit de auto. De vertrektijd is eigenlijk het enige dat ik gepland had: hoeveel dagen ik ga lopen, waar ik ga slapen, of ik iets te eten kan kopen, wanneer ik weer terug ben? Keine Ahnung, ik weet het niet. Dat ongeplande, me over geven aan het onbekende, ik hou daar van, al moet ik me wel ergens over heen zetten. Zo’n tocht lopen vraagt om een ander soort bewustzijn. Je luie hersens moeten voortdurend de scenario’s langs lopen in een helderheid waarin het om overleven gaat. Om essentiële zaken als voedsel, warmte, bescherming tegen gevaren. Het is een vaardigheid die ik regelmatig train, die me mentaal wapent voor het lopen van ultratrails. In het dagelijkse leven wordt je bediend met voorspelbaarheid en comfort en de meeste mensen zijn zich niet eens meer bewust van die mentale bron die iedereen in aanleg bezit. Van de rekbaarheid in je bewustzijn.

 

Ik ga old school lopen, met een gewoon horloge dat alleen de tijd aan geeft. Verder heb ik een toeristische geplastificeerde wandelkaart bij me van 1 op 25.000 en een oude Petzl. De lezer wil natuurlijk weten: welk model en hoe veel lumen lichtopbrengst hij heeft. Sorry jongens, het ding is ook een oudje, ik gebruikte die vroeger tijdens huttentochten in de Alpen om in het holst van de nacht op de slaapzaal mijn spullen te pakken, terwijl de rest nog lag te ronken. Nachtelijke trails doe ik zonder tig lumen. Ik vertrouw op een vaardigheid, die door trailers getraind kan worden, maar voor de meesten onbekend is: proprioceptie. Dat zal ik nog wel eens een andere keer toelichten. Ook oriënteer ik me ‘s nachts op de staart van mijn hond.

 

 

Over honden en hardlopen, dat levert me meer keuzestress op dan mijn trail gear. Met 10 honden thuis is het assortiment groot. De regen sluit in ieder geval mijn sledehond uit, zij heeft een rothekel aan nattigheid. Ik neem Jill mee, de Border Collie die ik op langere tochten mee neem. Zij is onvermoeibaar. Ze is een erg schuwe en angstige hond die niet blaft bij gevaar. Bij ontmoetingen met enge mannen of een horde wilde zwijnen hoef ik dus niet op haar te rekenen.

 

Het enige nieuwe snufje dat ik mee neem, is de Ultrapsire Fastpack. Een rugzak, gemaakt voor langere trails waarbij je meer spullen mee kan nemen. Over de Fastpack kan je meer lezen in de review die ik er eerder deze week over schreef.

 

Met het oversteken van de rivier de Lahn verlaat de Rheinsteig langzaam de stad. Bij het dorp Lahnstein is er nog een laatste stedelijke oprisping, er torenen flats boven de bossen uit, het is een kuuroord met hotels. De architectuur doet me denken aan Russische voorsteden en het spookstedelijke gevoel van godverlaten Franse skioorden in de zomer komt in mijn herinnering naar boven. Het is de eerste en enige plek waar ik die dag mensen op de route tegen kom. Mensen die voor het kerstdiner nog even een frisse neus halen, tussen de buien door.

 

 

Ik verlaat de asfaltwoestenij voor bossen, een mooie afdaling richting een dorpje aan de Rijn volgt. Jill loopt volgens haar eigen ritueel: ze rent vooruit, draait, loopt terug, haalt me op, loopt vooruit, draait, loopt terug, haalt me op. Ook de Rheinsteig kent zo haar eigen ritme. Je klimt door bossen en over rotsen naar een hoog punt met prachtig uitzicht naar de overkant. En in de diepte, waar de Rijn ligt. Ook zie je meestal de berg waar je eerder liep en je kan het volgende bergje al zien. Daar ligt vaak een ruïne of een kasteel. Boven op het hoogste punt is het landschap kaal, grote akkers en weilanden met veel wind. Je loopt een paar kilometer vlak op die hoogte om dan weer met een boog een steil dal te doorkruisen: afdalend door dichte beuken- en eikenbossen naar een beek, om na de oversteek weer omhoog te klimmen. In die klimmen en dalen zitten soms behoorlijk technische stukken, luchtige en gezekerde rotsen van afbrokkelend leisteen. Die afwisseling van plateau, afdaling door eikenbos, beek over steken, rotsen beklimmen, uitzichtpunt genieten, plateau op klimmen, gaat in een eindeloos ritme en met een respectabele hoeveelheid hoogtemeters gepaard. Gemiddeld 450 hoogtemeters stijgen en 450 meter dalen per 10 km.

 

 

De dag eindigt en in de schemering schuift het landschap naar andere dimensies. In het bos is het stil en donker, afdalend neem ik door geluiden en lichtjes de Rijn waar, die met grote bochten door de bergen slingert. Kleine boten in de diepte, de boemelende treinen die over een spoorlijntje langs de rivier tuffen, het stadje Braubach dat oplicht en waar de kerkklok aan geeft hoe laat het is. Mijn tempo vertraagt behoorlijk in het donker. De Rheinsteig volgt een smal pad in een steil zijdal, het Holderbachtal. In het licht van mijn lamp zie ik de ogen oplichten van dieren in het bos. Everzwijnen? Edelherten? Een vos? Ik raad maar wat. Jill snuffelt en wijst de dieren aan door stil te staan, alsof ze een rondleiding geeft en ik ben de toerist. Ze blaft niet en jaagt niet. Het regent een beetje en de spetters vliegen door het licht van mijn hoofdlamp. Het pad buigt af naar het ruisende riviertje beneden, ik loop rechtdoor op een pad dat alleen dieren en jagers gebruiken. In de steile wand is er een kleine holte waar ik tussen ielige eiken een slaapplek kies.

 

 

Uit de Ultraspire Fastpack trek ik de bivakzak en een slaapzak die er in gepropt zitten. Een bivakzak is zoiets als een tent zonder stokken, eigenlijk een grote plastic zak waar je droog in kan overnachten. Ik maak Jill vast aan het aantrektouw van mijn bivakzak. Ik ben anders bang dat de angsthaas ’s nachts wegrent en ik haar kwijt raak. Zij krijgt droge hondenbrokken, ik eet sportrepen die daar op lijken. Het is doodstil in het bos. En donker. Ik lig alleen in een slaapzak, op tweede kerstdag. Terwijl mijn lichaam rust, jagen gedachten als wolken in een storm door mijn hoofd en mijn fantasie gaat met me aan de loop. Ik zie voor me dat er een groep wilde zwijnen op visite komt. Ik ben me er van bewust dat ik op de grond lig. Alleen. In het bos. Met als enige wapen suffe wandelstokken. Zouden ze in mijn haren snuffelen? Ik kan ze al bijna horen knorren, de stugge bruine haren voelen, de slagtanden met bellenblazend kwijl zien en kijk ze al bijna recht in de meedogenloze kraalogen. Zouden ze me beroven van de notenmelange, de tube gesuikerde melk, de appel en de sportrepen die ik in mijn rugzak heb? Ik denk aan kamperen in gebieden waar wilde beren leven, dat je dan je eten in een zak hoog in de boom moet hangen, ver van je kwetsbare mensenlijf. Ik denk aan Jill die aan mijn bivakzak gebonden zit, aan haar kracht en wat er gebeurt als zij angstig wordt en in paniek weg rent. Ik zie voor me hoe ik het ene moment zorgeloos lig te slapen en het volgende moment stuiterend door de kloof zweef, in mijn mummyzak de steile helling af, aan mij vast een paniekerige hond. Ik moet lachen om mijn eigen fantasie en als de doemscenario’s weg trekken, val ik in een lichte slaap. Bij opklaringen schijnt er een volle maan in mijn gezicht die me wakker maakt. Telkens als ik wakker word, kijk ik naar de maan, die met een boog langs de hemel beweegt. Ondanks mijn muts en kleding heb ik het koud met een natte nek. Regenbuien maken me wakker omdat mijn gezicht vrij ligt. Ik kruip wat dieper in de zak. Na een regenbui volgt een kietelbeurt: Jill heeft dorst en likt de waterdruppels, die op de bivakzak blijven liggen, één voor één op. De eerste keer dat dit gebeurt, lig ik te slapen en schrik ik wakker van de druk van een hondentong op mijn buik. Mijn lachsalvo echoot door het stille bos. Je maakt toch vreemde dingen mee als je de Rheinsteig loopt.

 

 

Om 5 uur is het tijd om het kamp op te breken, mijn stijve rug te strekken, wat te eten en te vertrekken. De Fastpack bevat twee grote bidons en ik drink er één leeg. Ik ril van de kou en vermoeidheid. Om terug te komen op die overlevingsflow, het gaat voor mij verder dan basis-instincten over warm blijven en geen honger leiden. Het is een overtuiging dat je daden en ervaringen bepalen wie je bent. Het is bijna filosofisch, als existentialisme. Dat is volgens Wikipedia de filosofische stroming die ‘individuele vrijheid, verantwoordelijkheid en subjectiviteit voorop stelt. Het existentialisme beschouwt iedere persoon als een uniek wezen, verantwoordelijk voor eigen daden en eigen lot. De uitdaging van ieder individueel mens is om in afwezigheid van een transcedente god en binnen zijn absurd en zinloos bestaan zijn vrijheid te gebruiken om een eigen ethos op te bouwen en zodoende zijn bestaan zin te geven.’ Ambitie met een grote dosis relativerende humor, daar hou ik wel van. En als je de kerstdagen gebruikt om in je eentje door Duitse bossen te rennen, heb je ruimschoots tijd om dit soort dingen te overdenken.

 

 

De Rheinsteig volgt een scherpe haarspeldbocht van de Rijn en loopt parallel aan de rivier. Ik zie in het donker niet veel, alleen de lichtindrukken van miniatuur boten, wat auto’s en treinen. Het gaat me niet snel genoeg, ik heb moeite ritme te vinden en moet bergop wandelen. In het steile terrein maak ik goed gebruik van mijn stokken. Als langlaufer en skiker (skeeleren met stokken) ben ik gewend om met verschillende stoktechnieken mijn armkracht in te zetten. Afhankelijk van het terrein, schakel ik tussen 1 op 1 (1 stokinzet per pas), 1 op 2 (2 passen, 1 stokinzet) en soms zet ik allebei de stokken tegelijk neer om mezelf met één grote pas een rots over te duwen. Ik vind het een paar uur best wel saai, want na twee klimmen is de route een hele tijd redelijk vlak. Het is aardedonker, winderig en ik heb zin in koffie en een vers broodje. Toch passeer ik de dorpjes Osterspai, Filsen en Kamp-Bornhofen zonder te stoppen, het is belachelijk vroeg. Bij Bornhofen staan twee ruïnes uit de 10e eeuw naast elkaar, het zou gaan om de kastelen van twee broers die vanuit hun optrekjes met elkaar vochten.

 

Je struikelt hier over de kastelen, ruïnes, en geschiedenis. Het gehele dal van de midden-Rijn is door UNESCO tot cultureel werelderfgoed benoemd. De combinatie van de slingerende rivier in de bergen met de vele zijdalen, de wijngaarden, de vestingen op de rotsen en de kleine stadjes in het dal, is uniek en waardevol. Eindelijk wordt het licht! Ik passeer een nieuw aangeplante boomgaard met in elk jong boompje een vogelhuisje, het ziet er optimistisch uit in het ochtendlicht. Vlak voor Lykershausen, een dorp van enkele woningen, staat op een bordje aangegeven dat je bij de Oase wat kan eten of drinken. In het dorp passeer ik de piepkleine bijkeuken van een woonhuis. De Oase is een omgebouwde garage. Veel kerstverlichting en versiering nodigen me uit. Zal ik met een natte stinkhond en mijn natte stinkkleren bij iemand aan de keukentafel aan schuiven? Het ontbijt moet nog maar even wachten. Bij Kestert komt er eindelijk weer wat reliëf na een lange passage over het plateau, met prachtige uitzichten. Ook de natuur is op die steile hellingen ruig. De eiken groeien heel langzaam en krom en op de rotsen groeit mos. De rotshellingen worden in de zomer warm en via het Rijndal zijn er veel mediterrane planten en dieren naar het verder koele Duitse land verhuisd: smaragdhagedis, muurhagedis, vele vlinders en warmteminnende planten.

 

 

De Pulsbachklamm doorkruisen we, alweer een diepe kloof van een zijdal van de Rijn. Het pad gaat lang en steil naar beneden, gedeeltelijk via trappetjes. In het dal volgt met een scherpe knik de klim naar het volgende plateau. De Rheinsteig is zo goed aangegeven, dat verdwalen eigenlijk niet mogelijk is. Alleen bij de dorpjes moet je nog wel eens zoeken naar de bordjes met het symbool van de Rheinsteig: een witte rivierkronkel op een blauwe ondergrond. De aanlooproutes naar de Rheinsteig vanaf andere punten en stadjes zijn met hetzelfde symbool in geel aangegeven. Die gele bordjes schreeuwen:’dorp-koffie-mensen’ maar ik negeer die roep en loop verder. Onderweg zijn er informatiebordjes over de mijnen, vroeger werd diep in de rotsen lood en zink gewonnen in de groeve Gute Hoffnung. De erts werd aan de overkant van de Rijn verwerkt. Er lag zelfs een tunnel onder de Rijn waar een spoorlijntje doorheen liep. Er staan ertskarren in het bos en een ruïne van een luchtschacht is ook zichtbaar onderweg.

 

Er schiet iets bruins en fladderends voor mijn voeten weg, misschien wel een Hazelhoen, een zeldzame vogel. Het volgende dal is ook weer steil en hoog, maar het pad volgt hier hele lange haarspeldbochten naar beneden zodat ik tempo kan houden. Het heeft vanmorgen wat uren niet geregend, tegen de middag begint het steeds langer en vaker te regenen. Gelukkig is de route nu afwisselend en is er veel te zien. De Rheinsteig daalt af naar het stadje Wellmich dat direct aan de Rijn ligt, naar een molen met waterrad. Ik passeer Burg Maus, een indrukwekkend kasteel. Het schijnt dat de burcht Katz, die verderop ligt, er eerder was. Toen Burg Maus werd gebouwd, noemden de bewoners van de kattenburcht het kasteel spottend Burg Maus en die naam was blijkbaar een blijver. Ik vraag me af wat die mensen bezielde om zo veel burchten te bouwen, wat viel er eigenlijk te verdedigen hier? Al hardlopend krijg ik daar natuurlijk geen antwoord op. Tussen Katz en Maus zal het hier heel wat bloediger aan toe zijn gegaan dan in de tekenfilmpjes van Tom en Jerry.

 

 

De regen maakt me stijf en koud. Na de klim kan ik op het plateau niet meer zo goed tempo maken. Ik ben ook al meer dan 6 uur onderweg. Toch stop ik bij enkele hoge uitzichtpunten, het zicht op kastelen aan de overkant en het stadje Sankt Goar is prachtig. De volgende afdaling vraagt mijn concentratie, het is een steile en rotsige. Dan is er tot mijn verrassing een keuze, die niet op de kaart staat: de normale route, of de ‘alpiene’ weg via een echte “klettersteig”. Een klettersteig is in de bergen een weg over rotsenwanden met haken, ijzeren trappen, bruggen en staalkabels die je gezekerd aan je klimgordel beklimt of afdaalt. Omdat ik de Rabenacksteig af moet dalen, kan ik niet zien hoe steil en lang hij is en of er zekeringsmateriaal (gordel, haken) nodig is. Ik besluit toch een kijkje te nemen en deze alternatieve route te proberen. Er zijn enkele mooie passages, met als spannendste stuk een rechte ijzeren trap van 10 meter langs een loodrechte wand. De Rabenacksteig is kort en onderbreekt het loopritme, maar dat is de adrenaline meer dan waard. Ik kom eindelijk in een stadje aan, ik ben doorweekt en koud en moet echt ergens opwarmen. Jill lijkt onverstoorbaar.

 

Sankt Goarshausen ligt er verzopen bij. Niet alleen door de regen. Veel straten zijn overstroomd door de Rijn. Borden die boven de rivier uit steken verraden, dat er onder het water een weg ligt. De Rijn stroomt hard met bruin water. In het stadje zijn de meeste cafés dicht, ik krijg het nog kouder van het geslenter door de smalle Middeleeuwse straatjes, tussen de vakwerkhuisjes. Bij het station brandt het licht bij een bakkerij, die ook een kleine Stube heeft waar je koffie kan drinken. De hond mag zich daar ook even warmen. Ze staart met hypnotische grote ogen naar de vreemde mensen in de Stube, zoals alleen Border Collies dat kunnen doen. De ramen zijn beslagen en de zuurstof is uit de lucht, maar de koffie is warm, de broodjes vers, oude dames quatschen gezellig.

 

 

Ik loop verder, voor me ligt nog een mooie 20 km van de route naar het stadje Kaub. Inclusief een bonus van 900 meter omhoog en ook weer 900 meter omlaag. Met onderweg het mythische hoogtepunt van de Midden-Rijn: de Loreley. Dit is een scherpe, steile rots waar de Rijn omheen slingert. In de bocht is er een gevaarlijke stroming, en schepen moeten er nog steeds uit kijken. Volgens het volksverhaal zat hier de nimf Loreley met haar gouden haren en gezang de scheepslieden gevaarlijk af te leiden. Jaja, geef de vrouwen maar de schuld, desnoods een verzonnen vrouw. Ik loop langs de toeristische gebouwen, klim over rotsen en de keurig aangelegde trappen omhoog naar de rots. Als een toerist van het uitzicht genieten lukt me niet meer, want de regen komt recht naar beneden. Foto’s maken als een toerist kan niet, mijn smartphone is niet waterdicht en al akelig nat. Zelfs in de kille buien zie je dat het landschap mediterraner wordt, met meer wijngaarden. Ze liggen er dor bij en de regen helpt ook niet om er een scherp beeld van te vormen, maar ik kan me voorstellen dat het in dit nauwe dal heerlijk warm kan zijn. Na Kaub, het stadje waar ik naar toe wil, wordt het landschap vlakker, ronder en met meer wijngaarden. Daar zal ik mijn volgende slaapplek zoeken.

 

Ergens onderweg krijgt de beslissing vorm in mijn hoofd, om terug te keren naar Sankt Goarshausen en daar de trein terug naar de auto te nemen. Het is de regen, de kou, het gebrek aan snelheid, het idee dat ik het wel gezien heb na de passage van het overdreven toeristische Loreley. En als ik een bordje Rheinhöhenweg zie die een alternatieve route biedt, terug naar Sankt Goarshausen, dan neem ik het besluit en keer terug naar het kille stadje aan de overstroomde Rijn. Terwijl we op de trein wachten, trakteer ik Jill op een hondenpasteitje, want er ligt een supermarkt naast het treinstation.

In de trein bereken ik dat ik ongeveer 70 km heb gelopen in de afgelopen 2 dagen, met zo’n 3000 hoogtemeters. Niet veel. Maar als je van tevoren je doelen niet vast legt in getallen, feiten en cijfers, hoef je hier geen mening over te hebben. Het was gewoon een bijzondere ervaring, niet meer en niet minder. En hier ga ik zeker nog eens terug komen in een ander seizoen. Van het treinstation waar ik uit stap naar de auto is het nog een half uurtje lopen. Ik ben nog steeds koud en nat als ik bij de auto kom, maar droge kleren liggen al klaar en het is maar een paar uurtjes rijden naar huis.

 

1 Berichten

zo

30

sep

2012

Natuurbehoud en trail running, te combineren of niet?

Met de Wolf Mountain Run zamelden de deelnemers geld in voor PAN Parks, een organisatie die de laatste wildernis van Europa beschermt. Als natuurwetenschapper en hardloper intrigeert dit onderwerp mij. Ik schreef er een opiniestuk over, in het Engels, voor PAN Parks. Voor de geïnteresseerde lezer.....

 

 

orchideeën fotograferen op een trailhelling
orchideeën fotograferen op een trailhelling

 

Nature conservation and outdoor recreation: the Wolf Mountain Run in Majella National Park

 

Trail runners competing for nature conservation. That is the idea behind the Wolf Mountain Run (WMR). This event took place in the beautiful Italian Abruzzo mountains, from 7th to the 9th of September. The participants gathered sponsorship money for the PAN Parks Foundation. In return, they were taken through the breathtaking mountain wilderness in a three day trail running event. With their participation, they contributed financially to the protection of the wilderness area where they were going to run: Majella National Park.

 

As a nature conservationist by profession and an enthusiastic endurance runner, I was asked to be an ambassador of the project. Lots of questions came into mind: is outdoor recreation compatible with the protection of nature? Can the event contribute to public awareness on nature conservation or will the national park be a mere playground for those who run the trails? Does the sponsorship money weight against the possible disturbance and damage caused by trail runners? I had not adopted a fixed position concerning this subject and I was motivated to go and find out. Literally, by putting my running shoes on. First as a scout and advisor on the trails in May. I returned to participate in September.

informatie op de trails
informatie op de trails

 

The national park management was a partner in the event and took several measures to ensure that the environmental pressure was set to a minimum. Stage two of the race was originally planned in the Orfento Valley, a romantic almost undisturbed valley with steep limestone walls. Otter and white-throated Dipper live there. The forestry police decided to move the trail from this area to the less vulnerable surroundings of Santa Eufemia. To compensate for this change in trail, the participants were offered a walk in the Orfento Valley under the guidance of the forest police. Due to misty weather, the park management also decided to shorten the first stage course and leave out the mountain top. I think this had to do with risk management and not with nature management.

 

With just 20 participants, the event had a modest start. And with many organizations in charge of nature management, there were a lot more people organizing the event than the actual count of runners. To be honest, it looked a bit overdone, more than 50 men and women from the police, ambulance, national park, forestry department, fire department and mountain rescuers teaming up and discussing the race course.

op Wolf Mountain
op Wolf Mountain

 

For some, this was hard to comprehend. It opposes to the original idea of the event: experiencing a real adventure, away from towns and villages, in the wilderness. Trail runners are used to be very self sufficient. They run alone for hours on end in nature, night and day, with no human for hours in sight, carrying their own food and drinks on their backs and leaving no trace. On the other hand, most of the participants were road runners from the Netherlands, experiencing their first trail or mountain run. Whether risk management should be a task of the event organization or the local nature management organization, remains a different discussion, on which I will not focus.

 

Disturbance, littering, pollution and trampling can be the threats of trail running. Probably, most disturbance and pollution came from the off-road vehicles driven up the mountains by the men and women protecting the environment and the runners. There was no littering from the participants, they all took their garbage with them. Using existing walking paths, dirt roads and single tracks, there was nearly zero trampling. On some trails though, my feet could not evade the feral flowers of the famous Abruzzo Crocuses that are grown for the saffron they produce. Luckily these flowers are not rare!

 

Evaluating this year's event is interesting, it leads to a different perspective when we look at the future. This event has the potential to grow into a large one. With more runners participating, more money from sponsorships, more public attention for the causes of PAN Parks and the beautiful wilderness areas that are part of PAN Parks. One of the strong points I think was the presentation of Zoltán Kun at the runners briefing on PAN Parks and its objectives. I think that after the presentation, the participants really started to appreciate their presence in a different perspective.

de Abruzzen, prachtige wildernis
de Abruzzen, prachtige wildernis

 

I believe that this approach can be a success, because nature conservation is the starting point. This can be a great opportunity and we could be huge steps ahead of world top trail events like the Ultra Trail du Mont Blanc (UTMB). The UTMB is one of the largest live covered sports events in the world and yet, the beautiful Mont Blanc mountains receives little media attention. Nature conservationists and trail runners share many of the same objectives and I think trail running events can contribute to a better understanding and valuation of nature and conservation. Even for a small scale trail running event like the WMR. Though based on personal experiences, enjoying nature by being in the great outdoors can be a strong instrument for public awareness on nature conservation. Didn't every important global change start with the motivation of just a few people? I experienced great solidarity amongst the runners and respect for the environment. By the 'likes' of PAN Parks on Facebook of the participants, I believe the event has produced real Wilderness Advocates.

 

Now something about my personal experiences. It was a great stage run to do, well organized, in good company. As a scout, I had already visited the rough, silent mountains in May. The mountains were snow covered back then. It is amazing to experience the rapid change in the landscape, over the seasons as well as in some hours' time. From the dense woods in mysterious misty clouds to the hot, dry and sunny calcareous plateaus up the mountain sides. While running, I retraced the landscape with every footstep. The mountains were stored in my memory and I relived them, celebrating the quiet beauty of every stone, every tree, every land mark. And these recollections were enriched with new experiences. One highlight was on the last trail of 26 kilometers. Looking at the steep, rugged west face of the Montagna della Maiella mountain chain, I saw a huge bird of prey, probably a Royal Eagle, floating in the warm air. For me, trail running is like collecting places in my heart. And Majella National Park is one of those precious places.

 

 

September 2012, Lara Klaassen, endurance runner, director of the Center for Environmental Education and Nature Conservation in Maastricht (the Netherlands), also known as the Wandering Wolf.

0 Berichten

do

05

jul

2012

Sky Games, dag 2: Sky Bike, duathlon in de wolken

Zondag 1 juli 2012 was de tweede dag van de Sky Games. Na de twee sprintjes van de vorige dag, stond op zondag een pittige duathlon op het programma. Een verslag van Lara Klaassen met een exclusief interview van de twee heldinnen, Marjolein en Chantal.

klaar maken
klaar maken

 

Duathlon in het hooggebergte 

De dag start met dichte, zware wolken, totaal ander weer als gisteren. Misschien wel een voordeel voor de Nederlanders als het wat koeler is, maar veel regen is natuurlijk niet fijn. Het is droog als we met twee mountainbikes achterin naar Laspaúles rijden over een slingerweg door de bergen. Vandaag starten Chantal en Marjolein op de Skybike. Omdat ik niet aan mountainbiken doe, zal ik vandaag met Ragna supporter zijn en dus rijd ik de dames naar de start.

tassen tussen de koeienvlaaien
tassen tussen de koeienvlaaien

Sky Bike is het onderdeel van de Sky Games dat te vergelijken is met een duatlon. 11,4 km mountainbiken, 10 km hardlopen, 9,6 km mountainbiken. Het uitzonderlijke is, dat deze duathlon in het hooggebergte plaats vindt. Laspaúles ligt op 1435 meter. De mountainbikeroute gaat over onverharde paden omhoog naar een bergweide op 1900 meter. Daar is het ´parque fermée´, waar de fietsen worden neergezet, de fietsschoenen gewisseld worden voor trailschoenen. Dan start de 10 km lopen. Een echte bergtrail die de lopers via een zeer steile passage leidt naar 2500 meter en weer omlaag naar de bergweide. De atleten fietsen daarna 9,6 km naar beneden terug naar Laspaúles.

Met Ragna en fysiotherapeut Carlos rijdt ik met de auto naar de bergweide waar het ´wisselstation´ is. We rijden achter de vrachtwagen aan die de tassen en spullen van de deelnemers vervoert. Het is een onverharde bergweg van roestbruine klei en rotsblokken. Ragna rijdt onverstoorbaar, rap Spaans sprekend met Carlos, in haar gewone auto in de rij van jeeps en vrachtwagen. Bovenop de pas is het mistig, nat, de ´parque fermée` met zijn metalen hekwerk ligt er spookachtig verlaten bij. De tasjes, die keurig op nummer tussen de koeienvlaaien gerangschikt liggen, kondigen de komst van de fietsers aan. Ik wandel naar een kleine top, gehuld in de wolken. Soms opent zich het uitzicht naar het dal en de dichtbij grazende Pyreneese Ramaderia-koeien. De bellen om hun nek rinkelen stemmig en in de verte is het silhouet van de herders zichtbaar, leunend op hun stokken.

Als ik de mountainbikers tegemoet loop, komt Marjolein ineens de bocht om gecrosst. Ze ziet er sterk en fit uit. Even later zie ik Chantal komen, ze lijkt opgelucht dat het fietsen goed gaat en ik ren de laatste paar honderd meter met haar mee naar de finish. Ze wisselt vlot en het lopen ziet er prima uit. Al snel verdwijnt ze de bergen in.

Marjolein in actie
Marjolein in actie

Marjolein over de mountainbikeroute:

`Het was niet heel technisch, wel veel klimmen. In het begin was er een beek waar iedereen voor ging remmen, ik gaf gas en reed gewoon dwars door het water. Ik had wel een natte voet maar hoefde niet te wachten, dat was een slimme keuze. Door de regen was het wel moeilijker, er waren veel plassen bij de technische stukken waar je doorheen moest. Het ging alleen maar omhoog over een heel mooie route, gedurende een uur.`

Chantal op de fiets
Chantal op de fiets

Chantal:

`Ik heb niet zo heel veel fietservaring en heb de dag vooraf zo veel mogelijk informatie over de route verzameld, want ik wilde graag weten wat ik precies kon verwachten. Het was pittig met klimmen, onderweg dacht ik:`oei, ik moet hier straks ook naar beneden.` De terugweg was echter over een andere route, die nog technischer was. Aan het begin was er een opstopping bij de beek vanwege een technisch stuk, dat hield wel op.`

In de regen schuilen we een tijdje onder de tent van de drinkpost bij het wisselstation. Als het weer droog is wandel ik met Ragna de helling op waar de lopers straks naar beneden komen. Het is gruwelijk steil, ik heb echt respect voor de lopers, voor Marjolein en Chantal. We blijven op een lastig punt staan en leiden de lopers daar in de goede richting, het is er lastig oriënteren en iedereen is moe. 

 

Chantal komt als eerste, zij straalt en ziet er nog fit uit. Marjolein volgt kort erna, balend dat ze verkeerd is gelopen. Als ik haar naroep dat ze er bijna is en straks bij het fietsen iedereen weer inhaalt, lijkt ze weer de juiste spirit in zichzelf te vinden.

Chantal:

´Het hardlopen was geweldig! Ik heb alleen maar genoten. Ik kwam toch wel gesloopt van de fiets, wat verzuurd. Maar het lopen liep direct lekker. Jammer van het weer en de mist, voor het uitzicht, dat moet geweldig geweest zijn. Ik werd toch helemaal vrolijk van het lopen.`

Marjolein:

´Het was heel erg steil, heel gaaf, mysterieus in de mist. Grappig dat je tussen de koeien en koeienvlaaien door stampt. Je moest echt klimmen, veel klauteren en wandelen. Balen dat ik een kwartier heb omgelopen door de mist, ik ging verkeerd naar beneden steil en moest weer helemaal omhoog klimmen, recht omhoog over een rotswand samen met een andere man. De oranje vlaggetjes die de route markeerden, waren door de koeien aangevreten en in combinatie met de mist was het echt zoeken naar de route. Het verkeerd lopen brak mijn moraal. Gelukkig was je niet de enige op de berg. Een jongen lag op het parcours onder een thermodeken geblesseerd, waarschijnlijk een gebroken been. Daar schrok ik wel van.`

 

Chantal:

`Op precies hetzelfde punt als Marjolein was ik ook verkeerd gelopen, en ik liep ergens ook tegen een ijzeren draad op, die over het parcours gespannen was.`

 

Marlolein:

`Ik pakte ook schrikdraad vast, waar nog stroom op stond, omdat ik uit evenwicht kwam en bijna viel.`

 

Terwijl Marjolein en Chantal naar beneden fietsen op het laatste onderdeel van de duathlon, rijden wij in de auto terug naar Laspaúles. We eten er nog in een restaurant, Carlos oefent zijn Engels en we bespreken alle avonturen, foto´s worden bekeken.

 

Chantal:

`Het tweede fietsonderdeel was deels over dezelfde route. Ik ben geen technische fietser dus moest regelmatig remmen. Ik passeerde Marjolein die haar achterwiel er uit had gereden. De mannen die ik naar boven lopend inhaalde, kwamen me nu weer voorbij rijden. Eén riep nog triomfantelijk ´ciao´naar me. `

 

Marjolein:

`Ik had hele goede moed bij fietsen, na het balen over het hardlopen. Ik was gemotiveerd om keihard af te dalen. Het ging goed, totdat Spanjaarden iets riepen wat ik niet verstond. Het bleek een waarschuwing voor heel technisch stuk te zijn waar ik veel te hard in reed. Ik knalde met mijn fiets tegen een rots, waardoor ik panne had met mijn fiets. Eerst dacht ik dat de fiets echt stuk was, mijn achterwiel was geblokkeerd. Maar later bleek dat mijn achterwiel er een stukje uit was gegaan. Na het inzetten van het wiel, kon ik weer verder fietsen, maar ook dit kostte me zeker 10 minuten. Het voelde als een 2e pechmoment. Ik ben wel stug doorgefietst.`

heldinnen na afloop
heldinnen na afloop

De Sky Speed samengevat door Chantal:

´Ik heb er heel erg van genoten, ondanks de spanning voor sommige technische stukjes. Ik ging erheen om het te ervaren, en dat was heel erg leuk.´

 

Marjolein:

´Ik was echt blij dat ik over de finish kwam en zelf nog heel was, balen van die 25 minuten verlies door pech, maar ik heb wel enorm genoten onderweg van de mooie omgeving.´

0 Berichten

do

05

jul

2012

Sky Games, Dag 1: een vertikaal verslag

Zaterdag 30 juni was de eerste dag van de Sky Games en direct stonden er al 2 onderdelen op het programma: de Vertikal Kilometer en de Sky Speed. Een verslag van Lara Klaassen over verticaal (hard)lopen en de taal van trappelende voeten.

 

Verticale kilometer

Kraaiende hanen en balkende ezels wekken ons op zaterdagochtend 30 juni in ons appartement in boerderij Casa Quintana. De lucht is strak blauw, onze gezichten strak gespannen. Je eerste ´vertical kilometer´ ooit lopen op een wereldkampioenschap is spannend. Om 11 uur is de start in Barruera, in het prachtige Vall de Boí. Daar rijden we naar toe met zijn zessen in één auto, de sky girls, fysiotherapeut Carlos en een Catalaanse bergloper die letterlijk bij ons appartement aan is komen fietsen. In het dorp ontmoeten we de Spaanse loopsters, zij zijn ervaren, zijn er klaar voor, zijn vriendelijk tegen ons.

 

 

Eerst maar eens de laaglandse lezers uitleggen wat een verticale kilometer is. Het is een wedstrijddiscipline in het Sky Running, waarbij je 1000 hoogtemeters of meer stijgt. Soms overbrug je dat in 7 kilometer, soms in 5, het hangt van het terrein af. Hoe korter de afstand, hoe steiler en moeilijker de wedstrijd is. Vandaag is de verticale kilometer precies 1000 hoogtemeters in ruim 3 km, gemiddeld dus meer dan 30%. De wedstrijd start in het dorp op 1100 meter. De route begint op een verticaal straatje tussen hoge gevels, dan gaan we verder via een stenig slingerend wandelpad. We steken recht omhoog via een wandelpaadje steeds een grindpad over, om de laatste kilometer recht de berg op te gaan. Eerst over een weide met struiken, waar geen pad is. Daarna door een geul met stenen naar een plek vlak onder de top. Daar is de helling op zijn steilst, zeker 40%, en moet je handen en voeten gebruiken.

 

 

De luidstrekers schallen een hard, echoënd, opgewonden en onverstaanbaar taaltje. Wat wij wel verstaan is de taal van trappelende voeten die warm lopen, van opgeblazen start-bogen, van kraampjes met loopspullen, bekertjes drinken op grote tafels, peptalks van trainers en van atleten in kleurrijke shirtjes en broekjes. Het is warm, we lopen rustig wat warm. De vrouwen starten een kwartier eerder dan de mannen. De nationale teams moeten vooraan in het startvak staan. We zijn met 10 vrouwen. Jammer dat de SkyGames niet het brede veld aan atleten trekt uit de landen en regio´s met een grote bergsporttraditie, of het nu fell running, course de montagne of Berglaufen wordt genoemd, zoals in Wales en Schotland, Zwitserland, Oostenrijk, Slovenië....Naast de Spaanse meiden staan er wel een Italiaanse en een Russische aan de startlijn. En wij Skygirls natuurlijk! Ze tellen af bij de start en ik vertrek rustig. Marjolein en Chantal lopen voor mij dicht bij elkaar. Ik zie ze de eerste tijd op 30 meter voor me lopen, dan worden het er 60, en daarna heb ik alleen aandacht voor het terrein en de inspanning. Ik weet uit ervaring in berglopen dat ik geen talent heb voor steile hellingen. Ik heb geen kracht, geen ritme, verzuur snel en presteer niet goed als ik niet enkele weken in de bergen kracht heb kunnen opdoen. De techniek om snel te wandelen en met je armen je bovenbenen naar beneden te drukken beheers ik ook niet goed. Het enige wat ik kan doen is mijn stinkende best, De spieren branden, de benen zwabberen van de verzuring, hard hijgend krijg ik een droge keel en bloedsmaak. Op het laatste steile stuk staat Ragna om foto´s te maken en aan te moedigen. De eerste mannen halen me in, zij hijgen ook de longen uit het lijf. De top op 2100 meter komt in zicht. Bovenaan zie ik Marjolein en Chantal weer. Zij finishten kort na elkaar binnen het uur, 10 minuten voor mij. De weg naar beneden is nog best lastig, met zwaar verzuurde benen steil afdalen. Marjolein en Chantal zijn al vooruit gegaan, ik eet wat meloen en drink boven nog iets. De verzorging en organisatie is uitstekend. Even kijk ik nog naar de recreanten die nog omhoog ploeteren en geniet ik van het geweldige uitzicht op de Pyreneese bergen. De hartslag daalt wat en ik overdenk mijn eerste verticale kilometer zwijgzaam, met gemengde gevoelens. Dan daal ik ook af, om me heen spreken atleten opgewonden met elkaar en met mij. Springend van steen naar graspol schuifelend en glijdend babbelen we, met grote gebaren en lachsalvo´s. Ik versta niet welke woorden zij uitspreken, maar ook nu weer is dat niet nodig om te begrijpen waar het over gaat. De bergen binden ons.

 

 

SkySpeed

We pauzeren kort in ons appartement om te eten, en om de benen in de ijskoude beek te leggen. Chantal wordt er bijna door de bloedzuigers opgegeten. De La Sportiva C-lite schoenen die we vanmorgen droegen, staan gedisciplineerd in een rijtje voor ons verblijf. We hebben allemaal zwerende splinters in de vingers, het zijn de restanten van stekels van distels. Als je met handen en voeten loopt, grijp je steeds in die distels.

 

Om 17 uur is de start van de SkySpeed in Taüll. SkySpeed is een spectaculair onderdeel van het Sky Running. Het is een sprint over een korte afstand op een waanzinnig steile helling. In deze SkyGames is gekozen voor een helling die leidt naar het recreatieterreintje Ermita..... Je sprint 200 meter lang omhoog op een met rotsblokken bezaaide grashelling van 45%. Er is steeds een start van en serie van vier atleten tegelijk. De acht snelsten gaan naar de finale en strijden om de titel in een tweede en finale ronde.

 

 

Waanzinnig. Idioot. Gek. Belachelijk. Vloekend kijk ik omhoog tegen de muur waar ik tegen op moet rennen. Hardlopen! Ik slik en slik, maar mijn hart blijft in mijn keel hangen. Chantal heeft de eer te mogen lopen naast de wereldkampioene SkySpeed in de derde serie. Ik moet tegelijk met Marjolein in de tweede serie. We wachten netjes in volgorde. Als we in de starthekken staan, voel ik me als een werkknol tussen Arabische volbloedpaarden op de renbaan. Ik kijk omhoog naar de eerste vier vrouwen. Het is heel simpel: op handen en voeten heel hard omhoog sprinten. Dan sluit ik me af van negatieve gedachten. Ik concentreer me op mijn lichaam, voel de adrenaline komen en stromen, mijn hart doet mee en pompt de boel nog eens goed op. Ik zuig zo veel zuurstof op als ik kan en bij de start vlieg ik in de berg zo hard ik kan. Met handen en voeten klauter ik omhoog. De longen branden, mijn maaginhoud wil naar buiten, maar dit is leuk! We klimmen door een haag van mensen omhoog, ze roepen mijn naam en zwepen de boel op. Natuurlijk word ik ook hier laatste van iedereen. Je kan erover denken zoals je wilt: een lesje nederigheid, ´wat heb ik hier te zoeken´ of: we zetten hier Nederland neer als Skyrunning-land. Hoe dan ook, ik vond het kicken om mee te doen. Dit wil ik wel eens vaker doen! We nestelen ons tussen de dichte haag van toeschouwers en kijken nog uren naar dit spektakel. Eerst naar de andere vrouwen, dan naar de mannen en naar de finales. Ik weet niet waarvan mijn keel meer pijn doet: van het sprinten in de droge berglucht of van het luidkeels aanmoedigen van de Skyspeedrunners. Hoe dan ook, ik heb een dag meegemaakt op de SkyGames die ik niet snel zal vergeten. In de avond eten we in Barruera zoals Spanjaarden dat doen. Laat in de avond, buiten, gezellig met zijn allen. In de dorpen van Ribagorza Romanicá is vanavond een traditioneel feest om de oogst te vieren. Mannen rennen in het donker met enorme fakkels, gemaakt van sparrenhouten planken aan een steel, de berg af. In het dal steken ze na deze heldendaad een groot vreugdevuur aan. Als we naar het appartement vertrekken, zien we in Taüll de mannen met fakkels staan.  Wij gaan terug naar huis, morgen is er weer een onderdeel: de duathlon ofwel de Sky Bike. 

0 Berichten

do

05

jul

2012

De Sky Girls in de Pyreneeën

Skygirls meeting @ Maastricht

Maastricht Centraal Station op donderdagavond. In de klamme warme avond komen er twee fietsen uit het station gerold. Aan die fietsen hangen fietshelmen, rugzakken, schoenen en ergens daar onder verstopt en bedolven tref ik Marjolein en Chantal aan. Na wat passen en meten, krijgen we de mountain bikes en alle spullen én ons drieën in de auto. Het is voor het eerst dat we elkaar als team ontmoeten. Na een laatste avondmaal (pasta, what else) rijden we met korte pauzes de 1300 km naar de Pyreneeën. Naar het stadje El Pont de Suert om precies te zijn. Overal hangen vlaggen van de SkyGames. We melden ons aan bij de organisatie en zien daar Ragna; niet in het echt, maar op een poster van de SkyGames. Ragna ontmoeten wij later in het echt in ons appartement in een boerderij in Montanuy. Ragna is de drijvende kracht achter de Nederlandse deelname aan de SkyGames. Zij is van nationaliteit Nederlandse, maar woont al jaren in Spanje. Zij is één van de grote bergloopsterren van Spanje. Helaas is zij geblesseerd en kan ze niet meedoen aan de SkyGames. Een enorme teleurstelling voor Ragna, zij zou een goede klassering kunnen halen. Nu is zij onze manager, coach, vertaler, maatje, chauffeur en dat alles met een goed humeur. Carlos is met haar mee gekomen om ons te masseren en als fysiotherapeut te helpen als het nodig is.

 

Sinterklaas uit zomerreces?

Het lijkt wel of de sint hier in Spanje zijn vakantie tijdelijk onderbreekt. Van Tuga Active Wear krijgen we de officiële Nederlandse wedstrijdkleding www.tugawear.com We passen de oranje en witte kleding, het zit fijn. We worden een beetje zenuwachtig in het oranje, meedoen aan een WK is niet niks. De boodschapper van de sint (Ragna) krijgt een Nederlands souvenirpakket met stroopwafels, tulpen, een stamppotkookboek en veel oranje. We houden de kleding aan en doen daarnaast het MudSweatTrails-petje op en de La Sportiva hardloopschoenen aan de voeten, www.lasportiva.com 

 

Openingsceremonie in bergdecor

In de avond is er in Taüll de openingsceremonie. Met het hele team gaan wij er naar toe. Er zijn veel mensen, atleten uit 25 landen, pers....TV3 neemt nog een interview met ons en vraagt hoe wij als Nederlanders trainen. Hoe leg je dat uit? Ragna blijkt iedereen te kennen en iedereen blijkt Ragna te kennen. We gaan op de foto met veel celebrities, sponsors, andere teams en dan is er de officiële opening. De SkyGames worden in hetzelfde jaar gehouden als de Olympic Games en gepresenteerd als de ´spelen van de bergen´door de sprekers. Omringd door de prachtige Pyreneese bergen, worden de SkyGames geopend met het presenteren van de landen, ook de Nederlandse vlag wappert tussen de 25 landen die mee doen. Er is muziek, een fillmpje waarvan wij denken dat het versneld is afgespeeld, of lopen de atleten echt zo snel de berg op? We vallen op tussen de mensen in onze coole outfits, en ik voel me klein en een beetje trots. Chantal wordt zenuwachtig nu alles zo echt en concreet wordt. Maar voor alles, genieten we er vooral. De zon gaat achter de bergen onder, de kerk wordt verlicht in vele kleuren, iedereen filmt en maakt foto´s. Dan wordt het vuur aangestoken door barretdragende stoere mannen met fakkels. Niet alleen een verwijzing naar de Olympische Spelen, maar ook naar de eeuwenoude traditie dat de mensen hier het begin van de zomer vieren door de mannen met brandende fakkels uit de bergen in het donker naar beneden te laten rennen, om in het dal een groot vreugdevuur aan te steken. Het spektakel eindigt met een prachtig vuurwerk. Let the Games begin!

 

Later een verslag van het eerste weekeinde met de onderdelen Vertical Kilometer, SkySpeed en SkyBike. Foto´s zijn ook te zien op www.ragnadebats.com en www.mudsweattrails.nl

 

0 Berichten

ma

18

jun

2012

Rough road to the Sky Games 2012

Bemelerberg
Bemelerberg

The road to the Sky Games is rough.....niet dat ik met vermoeide benen naar rust uit zie, dat er oneindig veel hoogtemeters zijn getraind. Nee, het omgekeerde. Ik had nauwelijks tijd om te lopen en écht te trainen. Maar gisteren had ik een gouden moment. Een verslag over trainen op de Bemelerberg en Alanis Morissette. En over goudvissen en wijngaardslakken.

Al maanden leef ik toe naar de Sky Games. De meeste tijd gaat zitten in ergernismanagement: me niet te druk maken over de weinige trainingsarbeid, het gebrek aan belachelijk steil terrein, het ontbreken van hardheid en vorm. Ja, ik heb een keertje 100 km achter elkaar gelopen. En ja, ook nog een marathon kort erna. En oh ja, ook nog 'even' met Hemelvaart 2 dagen in Italië de Wolf Mountain Run verkennen, op hoogte, in de sneeuw, met de nodige hoogtemeters. Ja, die kilootjes te veel zijn er ook af. Waar het aan ontbreekt is een opbouw, samenhang en de focus op het compenseren van tekortkomingen.

 

Ga ik echt naar de Sky Games, in een cool strak pakje met de Nederlandse leeuw erop? Tussen zo'n 1000 goed getrainde bergsporters, de besten van de wereld? Heb je wel eens ervaren wat de factor hoogte met je longen doet? In dat oranje stofje zal ik een goudvis op het droge zijn: snakkend naar adem en absoluut niet in mijn normale biotoop.

 

Back to reality. Een zondagochtend midden juni. Nog een paar weken te gaan, en de mogelijkheid om specifiek te trainen. De Bemelerberg ligt er zonnig bij, in een stilte zoals die alleen op een zondagochtend te voelen is. Aan de voet is hij 76 meter, via een holle weg kom je boven op het plateau op 115 meter. Ik gok dat het 500 meter is, dat miezerige klimmetje.

 

Tien keer klim ik het bergje op. Op het plateau trek ik nog 100 meter door, om daarna om te draaien en af te dalen naar de voet van de 'berg'. Daar trap ik bijna op een wijngaardslak, die moeizaam het grindpad oversteekt. Vergeleken met de ruige Pyreneese bergen stelt dit niks voor. En toch voel ik in de korte klimmetjes kracht, ik oefen verschillende ritmes, ik klim op het door mountainbikebanden gladgeslepen spoor met lange krachtige passen, en over met losse stenen bezaaide erosiegeultjes met korte pasjes. Bergaf laat ik me vallen, ik train geleidelijk remmen, abrupt remmen, springtechniekjes, lange passen. Met plezier en lichtvoetig kom ik steeds weer op adem onderaan de berg. De wijngaardslak ploetert voort. Hoe ervaart hij de tijd? Ziet hij af? Is hij chagrijnig? 

 

slakkengang
slakkengang

Ik denk aan het gelijk van Alanis Morissette in haar lied 'Thank you':

 

The moment I let go of it was the moment
I got more than I could handle
The moment I jumped off of it
Was the moment I touched down

 

De slak moet inmiddels ook de overkant hebben gehaald, want ik zie hem niet meer bij de achtste keer omhoog. Na 10 keer bergje op en af ga ik nog één keer naar de hoogste top van de berg, waar de wind wervelt en je uitkijkt op fruitboomkruinen en het ontwakende dorpje. De balans opmaken: 12 km in een uur met 500 hoogtemeters. Dan tevreden uitlopen. Het is lang niet genoeg voor de Sky Games. Maar het is genoeg voor nu. Wat nog komen gaat, laat ik los, en ik hou vast wat nu is: een heerlijke training.

0 Berichten

vr

01

jun

2012

De wolf roept! verkenning van de Wolf Mountain Run

De wolf roept!

 

Begin september wordt in het Italiaanse Majella National Park de Wolf Mountain Run georganiseerd. Drie dagen lang trails lopen door bergen en dalen, door een wild gebied waar wolven en beren leven. Lara Klaassen verkende het parcours al vast.

 

“Capriolo!” Roept Luciano enthousiast. Ik zie nog net de witte kont van de ree die inderdaad capriolen maakt om over de steile helling weg te springen. Luciano spreekt uitsluitend Italiaans, een taal die ik niet spreek. Als ik Frans terug spreek, kunnen we elkaar verstaan, denken we. Als collega-biologen en hardlopers hebben we aan een half woord genoeg.

 

 

Luciano werkt voor Majella National Park en loopt in zijn vrije tijd bij een sky running club. We verkennen vandaag samen de routes van de Wolf Mountain Run (WMR). De trailrun wordt georganiseerd door The Event Academy en PAN Parks Foundation, een organisatie die de laatste wilde gebieden van Europa beschermt. Ik reisde met Henk Dokter van The Event Academy naar de Abruzzen in Midden-Italië om de routes te lopen. Henk is een geboren organisator. Het hardlopen en uitstippelen van de exacte routes laat hij liever aan trailrunners over. Ik ben de gelukkige die met een vierkant kastje om mijn pols mag lopen.

 

 

“We hit the trails Henk!” We zijn vanmorgen vertrokken op de Passo San Leonardo (1200 meter). Er waait een fijn koel briesje en het uitzicht biedt een prachtige samenvatting van al het moois dat de Wolf Mountain Run te bieden heeft: de ruige, eenzame bergen, pittoreske dorpjes in het golvende landschap van weilanden, bossen, ravijnen, rotsen en rivieren. De machtige bergketen van de Montagne del Morrone ligt erbij alsof een god de poedersuikerbus heeft leeggestrooid. Vanaf 1300 meter hoogte ligt er sneeuw, op de toppen.

 

 

Dag 1 van de Wolf Mountain Run start dus vanaf de pas: na een kort steil stuk omhoog door weiland, komen we al snel in het bos op de berghelling. Er ligt sneeuw, we zoeken het pad dat met rood-wit is gemarkeerd. Hier geen naaldbomen, maar prachtige Apennijnse beuken-eikenbossen. Het pad stijgt een tijd door dit bos. De ree is niet het enige dier dat hier rond dartelt. Diepe pootafdrukken verraden dat hij hier kort geleden nog rond liep: de wolf! Ik bekijk de voetsporen in de sneeuw en voel mijn hart kloppen. Hij volgde een tijdje hetzelfde pad als ons. In dit gebied leven nog enkele roedels wolven. Mijn voetafdrukken in de sneeuw zijn groter dan die van de lichtvoetige wolf, maar de gedachte dat dit roofdier hier ergens rond zwerft geeft me een nietig gevoel.

 

 

We klimmen en klimmen, tot boven de boomgrens waar tussen de rotsen lage jeneverstruiken groeien. De sneeuw bedekt de stenen die de rood-witte route markeert, zodat we goed moeten opletten om de weg te vinden. De natuur is half mei een wonderlijke mix van seizoenen. Er ligt een winters dikke laag sneeuw die het hardlopen zwaar maakt. Krokussen, gentianen en kerstroos steken de kop boven de sneeuw uit alsof het lente is en de zon hamert zomers heet op mijn kop. Ik draag een korte broek met handschoenen, een winddichte jas met zonnebril, ik loop er maf bij.

 

 

 

Op hoogte waait de wind hard. We volgen een graat waar de sneeuw is opgewaaid tot luifeltjes. De rotsbodem lijkt kaal, maar als je goed kijkt stikt het van de bloemetjes. Veel van die planten zijn zeldzaam en groeien alleen in dit gebied. Kicken voor een ecoloog! Op het hoogste punt is het uitzicht geweldig, vooral de besneeuwde tweeduizenders van de bergketen verderop lokken. Maar nee, we moeten nog meer trails verkennen vandaag dus we blijven maar even. Vanaf de top dalen we af over de stenenvelden die zo typisch zijn voor dit kalkgebergte. De grond is bezaaid met vuistgrote witte kalksteenbrokken. Mijn enkels zijn er niet zo blij mee. Ik ben blij met de stok die Luciano mij leent, zodat ik op bijna 3 pootjes mijn weg naar beneden kan zoeken. Langs een eenzaam berghutje, dat tijdens de WMR een drankpost zal zijn, dalen we af. Het is zo warm dat het pad een mengsel is van beukenblaadjes, modder en smeltende sneeuw. De grote stenen die in die smurrie verstopt liggen maken de afdaling een spannende uitdaging. Door het bos komen we uiteindelijk weer in het weiland bij de Passo San Leonardo. In de eindsprint bergaf komt Henk naast ons lopen en dan zijn we weer terug bij de auto.

 

 

Samenvatting van dag 1: trail van ruim 10 km over bospaden en trailpaadjes tot boven de boomgrens naar de Monte Mileto op 1920 meter. Een ronde met circa 650 hoogtemeters omhoog en omlaag.

 

 

Uitvalsbasis voor de WMR is Caramanico Terme. Een typisch Italiaans bergdorpje met bakkers en andere winkels, restaurantjes, een zwembad, banken. Er is zelfs een authentieke Italiaanse 'flaneerlaan' omzoomd met kastanjes, om zondags te rond te kijken en gezien te worden. Het bezoekerscentrum van de Orfento Vallei ligt daar en het Casa del Lupo, een huis met diverse kamers voor gasten. Wij verblijven ook daar. De camping voor de WMR zal hier op het grasveld komen. Het is een fijne plek, nu nog rustig maar begin september is dit het kloppend hart waar alles samen komt. Met het team bespreken we de routes en ik drink cola en die typische kleine Italiaanse espresso. Ik maak me klaar voor de trail die de tweede dag van de WMR gelopen zal worden.

 

 

Dag 2 heeft een heel andere sfeer en ritme. In deze trail is het dalen, dalen en nog eens dalen door de kloof van de Valle d'Orfento, een prachtige kloof in de kalkrotsen. We beginnen enkele kilometers op een breed pad op een hoogvlakte, tussen vlinders, krekels en in de felle zon. Roccacaramanico ligt als miniatuurdorpje verderop. De natuurstenen huisjes met rode dakpannen zijn ver weg en toch lijkt het hier of je ze kan aanraken in de trillende warme lucht. Pas geleden was dit nog een spookdorpje, de laatste tijd knapte men de huisjes op en nu is het weer de Middeleeuwse versie van Caramanico. Het gaat geleidelijk omhoog, tot we de slagboom naderen waar het bos en de helling begint.

 

 

Al snel dalen we over een paadje af door de kloof. Wat een oase is het hier in de schaduw! De afdaling vraagt veel concentratie, dat weerhoudt me er niet van te genieten van de rotswanden en het bruisende water. Zo nu en dan is er een klimmetje om het ritme te breken. We passeren steeds bruggetjes en andere plaatsen met mooie lange namen, zoals 'Ponte san Benedetto'. Rollende woorden, zoals het ruisende water. De otter leeft hier, waterspreeuw en bijzondere salamanders, maar het bounty-gevoel wordt vooral opgewekt door de watervalletjes, bemoste stenen, grotten en bloemenweiden met orchideeën en vlinders. In dit paradijs lijkt de wolf een verre vriend....of zou hij zich hier ook thuis voelen?

 

 

Na enkele smalle passages die letterlijk ín de rotswand liggen, komen de peilers van de hoge brug voor het autoverkeer over de Orfento bij Caramanico in zicht. De trail eindigt met een gemeen klimmetje over een trappenpad tot aan de brug. Mission accomplished! Een duik in de natuurlijke badkuipen van de Orfentobeek hebben we nu zeker verdiend.

 

Samenvatting van dag 2: afdaling van circa 16 km door de paradijselijke vallei van de Orfento. Schaduwrijk langs de beek. Je daalt zo'n 700 meter af, van 1200 naar 500 m.

 

 

In de avond rijden we dwars door het ruige landschap naar Kokopelli Camping. Het is een kleine camping in Serramonacesca. Een Engels koppel met een voorliefde voor sport en natuur runt de kleine camping. Kamperen tussen de olijfboompjes of verblijven in een boerenkamer is hier mogelijk. Ideaal voor gezinnen die aan de WMR een vakantie willen koppelen. Wij praten, lachen en eten, de wijnglazen worden gevuld, het uitzicht op de Abruzzen verkleurt in pasteltinten richting de sterrennacht, we lachen en praten. Ik hoef niet eens mijn ogen dicht te doen om me vele tentjes voor te stellen, kinderstemmen en kletterend bestek in de wasbakken, het geritsel van wegschietende hagedisjes, geneurie en gesnurk uit hangmatten, sterke verhalen bij een koel biertje op het terras en het vastberaden mechanische geluid van de kettingen van mountainbikes. Een aanrader dus, deze kleine maar fijne camping niet ver van Caramanico.

 

 

Dag 3 doen wij de volgende dag, die begint met een wolkenloze hemel. “Wij” zijn dit keer niet Luciano en ik. Gisteren heb ik blijkbaar een boswachter versleten, dus vandaag ben ik onderweg met Stefano. Hij is een vriend van Luciano en niet alleen een goede hardloper,maar hij spreekt ook wat Engels. Mijn linkerenkel doet het niet meer zo goed na zo veelvuldig omzwikken dus ik vertrek vandaag op vier pootjes, met de stokken van Luciano.

 

 

We starten in Decontra, dorpje op 800 meter. De sneeuw op de bergketens van gisteren is helemaal weggesmolten, maar het Majella-massief laat haar grimmige noordkant zien in een gevangenispak van witte sneeuw een zwarte rots. Wij lopen over karrenpaden door golvende weilanden. We moeten 1000 meter klimmen. Het uitzicht groeit met het klimmen: in de verte grijnst de Gran Sasso, 'de grote Steen' als een puntige kies. Hij is net geen 3000 meter hoog, maar daarom niet minder interessant. De meest zuidelijke gletsjer van Europa ligt op de berg en Mussolini werd er gevangen gehouden en ook weer bevrijd. Nu ligt er in het hart van de berg niet alleen de snelweg naar Rome, maar ook een laboratorium voor kernfysica.

 

 

De Adriatische zee met de stad Pescara zijn te zien onder een dekentje van smog. Dichter bij is de kloof van de Orfento van dag 2 zichtbaar als een beboste ritssluiting in het landschap. De veedrinkplaats ziet er verleidelijk uit als een 'cold tub' maar we lopen door. Weer het bos in, waar ook de sneeuw ligt. Verbeeld ik het me nou of hoor ik een wolf roepen? Ik vraag Stefano of hij wel eens wolven heeft ontmoet en hij vertelt hoe er tijdens een winterse hardlooptocht een wolf op gepaste afstand met hem mee liep. De wolf cirkelde om hem heen: dan weer voor hem, dan weer achter hem lopend. We klimmen over een rug en aan de andere kant komt weer een kloof te voorschijn. In de rotswanden is het dak zichtbaar van de Eremo Santo Spirito a Maiella. Een 'eremo' is een kluizenaarswoning waar monniken een eenzaam leven leidden en de Abbruzen zijn er mee bezaaid. Dat is het mooie van deze omgeving: cultuur, natuur en geschiedenis zijn met elkaar verweven en het barst hier van de bijzondere plekjes. Op de plek is in de 13e eeuw de kerk van Santo Spirito gebouwd en een klooster.

 

 

Boven de boomgrens is de sneeuw soms diep en overal smeltend, het gaat langzaam over de Piana Grande. De skilift van de Maielletta is vanaf de schaapsherdershut te zien maar het is nog 2 kilometer ploeteren door de sneeuw. Bij de hut plukt een Italiaanse familie wilde spinazie. Door de komvormige dalwand draait het pad langzaam stijgend naar het skistation. Henk, Luciano, Pino en Monia staan ons op te wachten en we pauzeren even. Dan vervolgen we de weg, want het is nog een heel eind lopen en de eerste 10 km liepen we langzaam, in 2 uur. We dalen af door de beek en door een moeras, langs het klooster van Santo Spirito, waar we heel even over knalhard asfalt afdalen. Mijn schoenen maken een zuigend geluid op het asfalt omdat ze nat zijn van het moeras. We dalen weerover trails af door een prachtig en steil hellingbos dat Macchia di Abbateggio heet. Het is nog maar 400 hoogtemeters afdalen naar Decontra, maar ik voel de vermoeidheid wel in mijn knieën en het lijkt lang te duren. Ik ben blij als we aan de bosrand de jeep van Maiella National Park zien en even een slok water kunnen drinken. Het laatste stuk lopen we weer door het gras met krekel- en sprinkhanenkoor, met vele bloemen en met dat prachtige uitzicht op de zee en de dorpjes.

 

 

Dag 3 samengevat: pittige bergtrail van ruim 26 km met 1400 hoogtemeters klimmen en dalen, een ronde over een bergrug en door alle klimaatzones van de Apennijnse bergen.

 

Na afloop mag ik nog douchen in de Botanische Tuin van Eufemia. Helaas is er geen tijd om de tuin te bezichtigen, maar we eten nog wel een pizza met een cafe Latte in Caramanico. We analyseren de routes en de avonturen van de afgelopen twee dagen. Het was een geweldige ervaring om de trails van de Wolf Mountain Run te lopen. Het is een uitdagend parcours dat nergens echt gevaarlijk of technisch wordt. De afstanden zijn goed te doen voor hardlopers die voldoende ervaring hebben om een halve marathon uit te lopen. Voor hen is dit event dé gelegenheid om trailrunning uit te proberen. Aan de organisatie en de schitterende omgeving zal het niet liggen. Hoe veel lopers zullen de 'wolf pack' volgen in september? Ik hoop veel!

 

 

Als we op het vliegveld van Pescara zijn bij het vliegtuig, kijk ik nog een laatste keer om naar de bergen in het avondrood van de ondergaande zon. Ondanks het oorverdovende geronk van de motor van de Boeing, hoor ik het zachte gehuil van de wolf en ik weet het zeker: ik ben er bij, 7, 8 en 9 september!

 

Voor meer informatie over de Wolf Mountain Run: www.wolfmountainrun.nl en over het goede doel waar je voor loopt: www.panparks.org

De wolf roept!

 

Begin september wordt in het Italiaanse Majella National Park de Wolf Mountain Run georganiseerd. Drie dagen lang trails lopen door bergen en dalen, door een wild gebied waar wolven en beren leven. Lara Klaassen verkende het parcours al vast.

 

“Capriolo!” Roept Luciano enthousiast. Ik zie nog net de witte kont van de ree die inderdaad capriolen maakt om over de steile helling weg te springen. Luciano spreekt uitsluitend Italiaans, een taal die ik niet spreek. Als ik Frans terug spreek, kunnen we elkaar verstaan, denken we. Als collega-biologen en hardlopers hebben we aan een half woord genoeg.

 

 

Luciano werkt voor Majella National Park en loopt in zijn vrije tijd bij een sky running club. We verkennen vandaag samen de routes van de Wolf Mountain Run (WMR). De trailrun wordt georganiseerd door The Event Academy en PAN Parks Foundation, een organisatie die de laatste wilde gebieden van Europa beschermt. Ik reisde met Henk Dokter van The Event Academy naar de Abruzzen in Midden-Italië om de routes te lopen. Henk is een geboren organisator. Het hardlopen en uitstippelen van de exacte routes laat hij liever aan trailrunners over. Ik ben de gelukkige die met een vierkant kastje om mijn pols mag lopen.

 

 

“We hit the trails Henk!” We zijn vanmorgen vertrokken op de Passo San Leonardo (1200 meter). Er waait een fijn koel briesje en het uitzicht biedt een prachtige samenvatting van al het moois dat de Wolf Mountain Run te bieden heeft: de ruige, eenzame bergen, pittoreske dorpjes in het golvende landschap van weilanden, bossen, ravijnen, rotsen en rivieren. De machtige bergketen van de Montagne del Morrone ligt erbij alsof een god de poedersuikerbus heeft leeggestrooid. Vanaf 1300 meter hoogte ligt er sneeuw, op de toppen.

 

 

Dag 1 van de Wolf Mountain Run start dus vanaf de pas: na een kort steil stuk omhoog door weiland, komen we al snel in het bos op de berghelling. Er ligt sneeuw, we zoeken het pad dat met rood-wit is gemarkeerd. Hier geen naaldbomen, maar prachtige Apennijnse beuken-eikenbossen. Het pad stijgt een tijd door dit bos. De ree is niet het enige dier dat hier rond dartelt. Diepe pootafdrukken verraden dat hij hier kort geleden nog rond liep: de wolf! Ik bekijk de voetsporen in de sneeuw en voel mijn hart kloppen. Hij volgde een tijdje hetzelfde pad als ons. In dit gebied leven nog enkele roedels wolven. Mijn voetafdrukken in de sneeuw zijn groter dan die van de lichtvoetige wolf, maar de gedachte dat dit roofdier hier ergens rond zwerft geeft me een nietig gevoel.

 

 

We klimmen en klimmen, tot boven de boomgrens waar tussen de rotsen lage jeneverstruiken groeien. De sneeuw bedekt de stenen die de rood-witte route markeert, zodat we goed moeten opletten om de weg te vinden. De natuur is half mei een wonderlijke mix van seizoenen. Er ligt een winters dikke laag sneeuw die het hardlopen zwaar maakt. Krokussen, gentianen en kerstroos steken de kop boven de sneeuw uit alsof het lente is en de zon hamert zomers heet op mijn kop. Ik draag een korte broek met handschoenen, een winddichte jas met zonnebril, ik loop er maf bij.

 

 

 

Op hoogte waait de wind hard. We volgen een graat waar de sneeuw is opgewaaid tot luifeltjes. De rotsbodem lijkt kaal, maar als je goed kijkt stikt het van de bloemetjes. Veel van die planten zijn zeldzaam en groeien alleen in dit gebied. Kicken voor een ecoloog! Op het hoogste punt is het uitzicht geweldig, vooral de besneeuwde tweeduizenders van de bergketen verderop lokken. Maar nee, we moeten nog meer trails verkennen vandaag dus we blijven maar even. Vanaf de top dalen we af over de stenenvelden die zo typisch zijn voor dit kalkgebergte. De grond is bezaaid met vuistgrote witte kalksteenbrokken. Mijn enkels zijn er niet zo blij mee. Ik ben blij met de stok die Luciano mij leent, zodat ik op bijna 3 pootjes mijn weg naar beneden kan zoeken. Langs een eenzaam berghutje, dat tijdens de WMR een drankpost zal zijn, dalen we af. Het is zo warm dat het pad een mengsel is van beukenblaadjes, modder en smeltende sneeuw. De grote stenen die in die smurrie verstopt liggen maken de afdaling een spannende uitdaging. Door het bos komen we uiteindelijk weer in het weiland bij de Passo San Leonardo. In de eindsprint bergaf komt Henk naast ons lopen en dan zijn we weer terug bij de auto.

 

 

Samenvatting van dag 1: trail van ruim 10 km over bospaden en trailpaadjes tot boven de boomgrens naar de Monte Mileto op 1920 meter. Een ronde met circa 650 hoogtemeters omhoog en omlaag.

 

 

Uitvalsbasis voor de WMR is Caramanico Terme. Een typisch Italiaans bergdorpje met bakkers en andere winkels, restaurantjes, een zwembad, banken. Er is zelfs een authentieke Italiaanse 'flaneerlaan' omzoomd met kastanjes, om zondags te rond te kijken en gezien te worden. Het bezoekerscentrum van de Orfento Vallei ligt daar en het Casa del Lupo, een huis met diverse kamers voor gasten. Wij verblijven ook daar. De camping voor de WMR zal hier op het grasveld komen. Het is een fijne plek, nu nog rustig maar begin september is dit het kloppend hart waar alles samen komt. Met het team bespreken we de routes en ik drink cola en die typische kleine Italiaanse espresso. Ik maak me klaar voor de trail die de tweede dag van de WMR gelopen zal worden.

 

 

Dag 2 heeft een heel andere sfeer en ritme. In deze trail is het dalen, dalen en nog eens dalen door de kloof van de Valle d'Orfento, een prachtige kloof in de kalkrotsen. We beginnen enkele kilometers op een breed pad op een hoogvlakte, tussen vlinders, krekels en in de felle zon. Roccacaramanico ligt als miniatuurdorpje verderop. De natuurstenen huisjes met rode dakpannen zijn ver weg en toch lijkt het hier of je ze kan aanraken in de trillende warme lucht. Pas geleden was dit nog een spookdorpje, de laatste tijd knapte men de huisjes op en nu is het weer de Middeleeuwse versie van Caramanico. Het gaat geleidelijk omhoog, tot we de slagboom naderen waar het bos en de helling begint.

 

 

Al snel dalen we over een paadje af door de kloof. Wat een oase is het hier in de schaduw! De afdaling vraagt veel concentratie, dat weerhoudt me er niet van te genieten van de rotswanden en het bruisende water. Zo nu en dan is er een klimmetje om het ritme te breken. We passeren steeds bruggetjes en andere plaatsen met mooie lange namen, zoals 'Ponte san Benedetto'. Rollende woorden, zoals het ruisende water. De otter leeft hier, waterspreeuw en bijzondere salamanders, maar het bounty-gevoel wordt vooral opgewekt door de watervalletjes, bemoste stenen, grotten en bloemenweiden met orchideeën en vlinders. In dit paradijs lijkt de wolf een verre vriend....of zou hij zich hier ook thuis voelen?

 

 

Na enkele smalle passages die letterlijk ín de rotswand liggen, komen de peilers van de hoge brug voor het autoverkeer over de Orfento bij Caramanico in zicht. De trail eindigt met een gemeen klimmetje over een trappenpad tot aan de brug. Mission accomplished! Een duik in de natuurlijke badkuipen van de Orfentobeek hebben we nu zeker verdiend.

 

Samenvatting van dag 2: afdaling van circa 16 km door de paradijselijke vallei van de Orfento. Schaduwrijk langs de beek. Je daalt zo'n 700 meter af, van 1200 naar 500 m.

 

 

In de avond rijden we dwars door het ruige landschap naar Kokopelli Camping. Het is een kleine camping in Serramonacesca. Een Engels koppel met een voorliefde voor sport en natuur runt de kleine camping. Kamperen tussen de olijfboompjes of verblijven in een boerenkamer is hier mogelijk. Ideaal voor gezinnen die aan de WMR een vakantie willen koppelen. Wij praten, lachen en eten, de wijnglazen worden gevuld, het uitzicht op de Abruzzen verkleurt in pasteltinten richting de sterrennacht, we lachen en praten. Ik hoef niet eens mijn ogen dicht te doen om me vele tentjes voor te stellen, kinderstemmen en kletterend bestek in de wasbakken, het geritsel van wegschietende hagedisjes, geneurie en gesnurk uit hangmatten, sterke verhalen bij een koel biertje op het terras en het vastberaden mechanische geluid van de kettingen van mountainbikes. Een aanrader dus, deze kleine maar fijne camping niet ver van Caramanico.

 

 

Dag 3 doen wij de volgende dag, die begint met een wolkenloze hemel. “Wij” zijn dit keer niet Luciano en ik. Gisteren heb ik blijkbaar een boswachter versleten, dus vandaag ben ik onderweg met Stefano. Hij is een vriend van Luciano en niet alleen een goede hardloper,maar hij spreekt ook wat Engels. Mijn linkerenkel doet het niet meer zo goed na zo veelvuldig omzwikken dus ik vertrek vandaag op vier pootjes, met de stokken van Luciano.

 

 

We starten in Decontra, dorpje op 800 meter. De sneeuw op de bergketens van gisteren is helemaal weggesmolten, maar het Majella-massief laat haar grimmige noordkant zien in een gevangenispak van witte sneeuw een zwarte rots. Wij lopen over karrenpaden door golvende weilanden. We moeten 1000 meter klimmen. Het uitzicht groeit met het klimmen: in de verte grijnst de Gran Sasso, 'de grote Steen' als een puntige kies. Hij is net geen 3000 meter hoog, maar daarom niet minder interessant. De meest zuidelijke gletsjer van Europa ligt op de berg en Mussolini werd er gevangen gehouden en ook weer bevrijd. Nu ligt er in het hart van de berg niet alleen de snelweg naar Rome, maar ook een laboratorium voor kernfysica.

 

 

De Adriatische zee met de stad Pescara zijn te zien onder een dekentje van smog. Dichter bij is de kloof van de Orfento van dag 2 zichtbaar als een beboste ritssluiting in het landschap. De veedrinkplaats ziet er verleidelijk uit als een 'cold tub' maar we lopen door. Weer het bos in, waar ook de sneeuw ligt. Verbeeld ik het me nou of hoor ik een wolf roepen? Ik vraag Stefano of hij wel eens wolven heeft ontmoet en hij vertelt hoe er tijdens een winterse hardlooptocht een wolf op gepaste afstand met hem mee liep. De wolf cirkelde om hem heen: dan weer voor hem, dan weer achter hem lopend. We klimmen over een rug en aan de andere kant komt weer een kloof te voorschijn. In de rotswanden is het dak zichtbaar van de Eremo Santo Spirito a Maiella. Een 'eremo' is een kluizenaarswoning waar monniken een eenzaam leven leidden en de Abbruzen zijn er mee bezaaid. Dat is het mooie van deze omgeving: cultuur, natuur en geschiedenis zijn met elkaar verweven en het barst hier van de bijzondere plekjes. Op de plek is in de 13e eeuw de kerk van Santo Spirito gebouwd en een klooster.

 

 

Boven de boomgrens is de sneeuw soms diep en overal smeltend, het gaat langzaam over de Piana Grande. De skilift van de Maielletta is vanaf de schaapsherdershut te zien maar het is nog 2 kilometer ploeteren door de sneeuw. Bij de hut plukt een Italiaanse familie wilde spinazie. Door de komvormige dalwand draait het pad langzaam stijgend naar het skistation. Henk, Luciano, Pino en Monia staan ons op te wachten en we pauzeren even. Dan vervolgen we de weg, want het is nog een heel eind lopen en de eerste 10 km liepen we langzaam, in 2 uur. We dalen af door de beek en door een moeras, langs het klooster van Santo Spirito, waar we heel even over knalhard asfalt afdalen. Mijn schoenen maken een zuigend geluid op het asfalt omdat ze nat zijn van het moeras. We dalen weerover trails af door een prachtig en steil hellingbos dat Macchia di Abbateggio heet. Het is nog maar 400 hoogtemeters afdalen naar Decontra, maar ik voel de vermoeidheid wel in mijn knieën en het lijkt lang te duren. Ik ben blij als we aan de bosrand de jeep van Maiella National Park zien en even een slok water kunnen drinken. Het laatste stuk lopen we weer door het gras met krekel- en sprinkhanenkoor, met vele bloemen en met dat prachtige uitzicht op de zee en de dorpjes.

 

 

Dag 3 samengevat: pittige bergtrail van ruim 26 km met 1400 hoogtemeters klimmen en dalen, een ronde over een bergrug en door alle klimaatzones van de Apennijnse bergen.

 

Na afloop mag ik nog douchen in de Botanische Tuin van Eufemia. Helaas is er geen tijd om de tuin te bezichtigen, maar we eten nog wel een pizza met een cafe Latte in Caramanico. We analyseren de routes en de avonturen van de afgelopen twee dagen. Het was een geweldige ervaring om de trails van de Wolf Mountain Run te lopen. Het is een uitdagend parcours dat nergens echt gevaarlijk of technisch wordt. De afstanden zijn goed te doen voor hardlopers die voldoende ervaring hebben om een halve marathon uit te lopen. Voor hen is dit event dé gelegenheid om trailrunning uit te proberen. Aan de organisatie en de schitterende omgeving zal het niet liggen. Hoe veel lopers zullen de 'wolf pack' volgen in september? Ik hoop veel!

 

 

Als we op het vliegveld van Pescara zijn bij het vliegtuig, kijk ik nog een laatste keer om naar de bergen in het avondrood van de ondergaande zon. Ondanks het oorverdovende geronk van de motor van de Boeing, hoor ik het zachte gehuil van de wolf en ik weet het zeker: ik ben er bij, 7, 8 en 9 september!

 

Voor meer informatie over de Wolf Mountain Run: www.wolfmountainrun.nl en over het goede doel waar je voor loopt: www.panparks.org

1 Berichten

Trail running is a way of life. Zwerven door de natuur, met en zonder honden, is mijn passie. Via deze website deel ik mijn liefde voor hardlopen en respect voor de natuur.